|
9 april 2006 De junkeuro
Zodra de persoon voor me, die als een bezetene probeerde het 'open' knopje van de deur door de wand heen te drukken, de trein uitschiet, vouw ik mijn gratis krantje dubbel, steek hem onder mijn arm en stap rustig de trein uit. Ik heb geen haast zoals de halve zool die ik nog net aan het einde van het perron de hoek om zie rennen, mijn bus vertrekt pas over vijftien minuten. Ik heb een ontmoeting met Rijkswaterstaat voor een vak wat ik momenteel volg.
Genoeg tijd nog, dus wandel ik door het bouwval dat Den Haag CS heet naar een schreeuwerige automaat die flesjes drinken verkoopt. In mijn broekzak zit mijn junkeuro. Dat is een aan de minder gefortuneerde uit te keren euro, die ik daar hou zodat wanneer nodig ik mijn portemonnee niet hoef te trekken. Terwijl ik op het apparaat afloop, hou ik als een cowboy mijn hand dreigend in de aanslag om de junkeuro op te vissen en aan het apparaat te voeren. Voor het apparaat staat de euro op het punt zijn junk status te verliezen, als mijn oog de schaamteloze prijs van wel twee euro waarneemt. Even twijfel ik, maar mijn lichamelijke behoefte aan drinken volhardt en ik stop de junkeuro weer terug in mijn broekzak. Een gewone twee euromunt laat ik het weinig zuinige mondje van het apparaat inrollen en het apparaat beklinkt onze deal en laat een flesje water vallen in zijn... 'Als ik een twee euromunt in zijn mond gooi waar haal ik het flesje dan uit' denk ik. Snel grijp ik het flesje uit de bak want mijn fantasie slaat op hol. Ik vervolg mijn weg richting de bussen.
Bij de halte staat nog niemand te wachten. Ik staar een beetje in de verte, wachten ben ik niet erg goed in, maar na vijf jaren studeren ben ik erin gehard. Opeens zie ik aan de andere kant van het busplatform een figuur aan komen lopen. Dat is een enigszins vreemde plek om vandaan te komen, maar ik negeer het en kijk rustig nog wat verder in de verte. Na een tijdje klinkt het van mijn zijkant "Mag ik u iets vragen?". Ik draai me om en kijk in het bleke magere gezicht van een dakloze. 'Dat heeft u zojuist gedaan' denk ik, maar ik zeg "Jawel". "Heeft u misschien wat geld voor me?". Dat heb ik. Ik ben iemand die geeft om en aan daklozen en daarom draag ik de junkeuro in mijn broekzak. Een bronoplossing, net zoals het stille wegdek waarover ik zo meteen een gesprek bij Rijkswaterstaat heb. Als ik aan een dakloze een euro geef dan komt honderd procent van die euro bij die dakloze terecht. Geef ik het aan een instantie dan verdwijnt een percentage aan de overhead van zo'n instantie. Zonde! De overheid doet te weinig voor daklozen en of ze het aan drugs of een slaapplaats besteden, interesseert me niet. Beide wil ik wel financieren. Terwijl ik mijn hand in mijn broekzak stop en zoek naar mijn junkeuro vraag ik hem waarvoor hij het geld nodig heeft. "Een slaapplaats" vertelt hij me. "Wat kost dat dan?" vraag ik. "Vijf euro voor twee dagen" krijg ik als antwoord. "Je hebt geluk dat de flesjes water zo duur zijn op het station" zeg ik. Hij kijkt me vreemd aan. Ik negeer het, geef hem de junkeuro en wens hem succes met de verzameling van de andere vier junkeuro's.
En dat zal hij nodig hebben, want veel Nederlanders zijn koud en hard, en vinden dat de overheid alles moet oplossen, maar tegelijkertijd slaapt zo'n man wel met -3ºC ergens buiten en dat wil ik hem niet aandoen.
Dubje
|