Teigertje.com Help!
 Home // Columns // Gedichten // Foto's // Links // Contact

24 mei 2006
Wijnproeven

 Zelfs als je een auto hebt, zijn er redenen om toch de trein te pakken. Je kiest bijvoorbeeld voor een treinreis i.p.v. een autorit wanneer je in het bezit bent van een OV jaarkaart, om reden dat de benzinekosten de pan uitrijzen. Zo kun je ook voor een treintrip kiezen, omdat je ergens heen gaat waar in hoog tempo gezopen wordt en de weg terug bijzonder ongezond zou worden voor je medeweggebruikers. Om die reden zat ik afgelopen zondag in de trein naar onze hofstad om daar deel te nemen aan een gratis wijnproeverij, georganiseerd door een wijnslijterij, die graag ziet dat je van enkele van de vijfenveertig te proeven wijnen een doosje mee naar huis neemt.

 Hoe gaat dat in zijn werk zo'n wijnproeverij? Niet stoppen met lezen, dit is goed voor je algemene ontwikkeling. Allereerst begroet ik bij binnenkomst uitbundig de eigenaar en eigenaresse van de winkel. De eigenaresse verrast mij altijd met een opmerkelijk persoonlijke vraag, waaruit direct blijkt dat ze weet wie ik ben, en demonstreert daarmee dat het hier niet alleen draait om de verkoop van wijnen, maar dat wij bijeen zijn met een select verheven gezelschap dat is uitverkoren om de pareltjes onder de wijnen te savoureren (met smaak tot zich nemen). Ik hoor erbij. Dan reikt zij mij een pakket stencils aan, waarop de te proeven wijnen zijn beschreven met hun prijs en een eventuele kwantum korting. Ze wijst mij op enkele topwijnen, waar ik absoluut even bij stil moet staan als ik de proeftafel rond ga, en dan wandel ik richting een glas. Het formaat van de glazen is ideaal, niet te groot, niet te klein en ze walsen als een verliefd danspaartje. De toon van de proeverij is Italië en daar weet ik niet zo veel van. Mijn kennis beperkt zich vooralsnog tot Frankrijk en de nieuwe wereld. Kordaat stap ik op fles numero uno af en gretig bestudeer ik het etiket. Een BIANCO di CUSTOZA, vertelt het me. Dat zegt het me helemaal niets. Ik schenk mezelf een ruime slok in, en bekijk de wijn. Om het bouquet (de geur) van de wijn los te maken, draai ik de wijn even in het glas rond. Dat heet walsen. Voorzicht probeer ik de aroma's te plaatsen; de druifaroma's zijn subtiel, er zijn ook geuren die doen denken aan bloemen en kruiden en op de achtergrond neem ik een hint van honing waar. Althans dat zeggen de stencils me. Eindelijk! Het moment is gekomen om de wijn te proeven. Ik zet gedecideerd het glas aan mijn mond en neem een redelijk slok, ik kauw zachtjes op de wijn, alsof het een hapje voedsel is, en laat de wijn langs mijn tong, tanden, wangen en tandvlees vloeien. Dan zuig ik er gedoseerd wat zuurstof langs, om te genieten van de bijzondere smaken die daarbij vrijkomen. Mijn conclusie is zoals het stencil ook aangeeft: een heerlijk samenspel van aangename frisse wijnzuren, met een lichte kruidigheid. Mooi afgerond in een zachte finale, slik ik de slok door. Vervolgens valt mijn blik op fles numero due.

 Ik zal niet alle flessen bespreken, maar aangezien ik weiger de slokken uit te spugen, wat ik ronduit weerzinwekkend en pure verspilling vind, wordt voor mij de stemming een stuk uitbundiger en vrolijker vanaf fles eenentwintig. Ik ruik en proef dan een stuk minder en focus mij misschien wat teveel op de aanwezige Italiaanse hapjes, maar heb het waanzinnig naar mijn zin. Terug in de trein bereken ik hoeveel glazen wijn ik heb gedronken in die anderhalf uur proeven. Een glas wijn drink je leeg in zeven redelijke slokken, dat betekent zeseneenhalf glas wijn op. Ik voel me dus niet voor niets wat lichter in mijn hoofd, en ook in mijn portemonnee trouwens, want ik heb me laten verleiden tot het kopen voor honderdenvijf euro aan wijn. Dan staar ik naar buiten naar de auto´s op de snelweg en weet dat het in ieder geval aan mij niet heeft gelegen, als zij niet allemaal veilig op hun bestemming arriveren.


Dubje